Waterbouwwereld: High tech, hands on
Niet één sector in België zendt zo massaal zijn zonen en dochters naar alle hoeken van de wereld, als de baggerindustrie. Het is een fascinerende wereld, waar een internationale carrière nooit ver weg is. De vraag naar hoogopgeleid technisch personeel is groot, want een constante instroom is belangrijk. Naast het enthousiasmeren van de jeugd dient het onderwijs ook goed afgestemd te zijn op vernieuwing in de sector.
Jan De Nul geniet bekendheid door het binnenhalen van grote projecten, maar de grootste uitdaging bevindt zich bij het menselijke aspect: met name de koppeling van een solide basiskennis aan een groot innovatievermogen om maritieme projecten beter te begrijpen en te beheersen. Mensen en kennis van zaken, dat is wat de baggersector kracht geeft. Daarom ondersteunt Jan De Nul specifieke opleidingen.
Experts voor de klas
Experts staan daarom zelf voor de klas. Jan De Nul-docenten Bernard Malherbe en Robbie De Backer getuigen. “Wij zijn constant op zoek naar pasafgestudeerden die passen in het bedrijfsprofiel. Maar noch voor de crew, noch voor de staff waren er tot voor kort echte afstudeerrichtingen in ons land. Een diploma gerelateerd aan waterbouw of machinebouw, of varen, biedt mogelijkheden, maar het echte leerproces vindt toch on the field plaats. Het groeien bestaat uit een mix van sector- en bedrijfsspecifieke aspecten.” Via participatie aan opleidingen speelt Jan De Nul in op de karakteristieken.”
Voorbij de traditie
Beide heren hebben jarenlange ervaring. Ze werkten ook zelf respectievelijk in Singapore en Mexico en in Siberië, Afrika en de Seychellen.“ De uitdaging is niet zozeer gemotiveerde mensen te vinden, het is eerder een challenge om zij te vinden die in deze stiel willen werken. Het is opereren in een bijzondere omgeving, met een grote verantwoordelijkheid en in een vakgebied waarvoor tot voor kort amper opleidingen bestonden. Die omstandigheden, dat is vaak de zee en daar zijn ingenieurs vaak amper toe opgeleid, want studenten worden traditioneel opgeleid voor klassieke bouwwerven. Daarom investeren we in opleidingen, om jongeren vertrouwd te maken met de baggerwereld. Via baggerstages kan bij ons geproefd worden van het vak.”
Probleemoplossend
De eerste stappen worden gezet. Het bedrijfsleven wordt bij het hoger onderwijs betrokken. Zowel inhoudelijk als bedrijfscultureel ligt daar een grote meerwaarde. “Technisch inzicht en waardevolle, multidisciplinaire contacten zijn een bron van gespecialiseerde kennis. Specifieke competenties worden zo in het onderwijs geïnjecteerd.” Beide partijen - zowel ondernemingen als het hoger onderwijs - zien er de meerwaarde van in. Er worden veel stages aangeboden. We bieden laatstejaarsstudenten Industriële Wetenschappen of Maritieme Technieken de mogelijkheid om te proeven van het leven op een baggerwerf. Maar net zo belangrijk zijn thesissen, waarbij men probleemoplossend aan de slag gaat met een onderwerp dat het bedrijf aanbiedt. Vaak mondt het uit in een sollicitatie en dan hebben we reeds een goede blik op de capaciteiten van deze jongeren.”
Bezieling
Er moet gerealiseerd worden, vaak in niet de gemakkelijkste omstandigheden en onder grote tijdsdruk.
Projectgericht locatiehoppen is het: pendelen tussen verschillende werven in diverse landen. Het maakt de verschillen met ‘traditionele’ expats, die een langere periode op één locatie blijven, groot. Wie werkt in het buitenland moet een bezieling uitstralen: om er te werken, maar ook om er te leven. Meer nog dan in eigen land moet een werknemer in het buitenland plezier beleven aan het werk. Meedraaien in een buitenlands project is een goede leerschool. De bedrijfscultuur is daarbij een belangrijke pijler. En dat is ook de beste manier om kennis te maken met het expatleven. Voor sommigen voelt het aan als hun natuurlijke biotoop, voor anderen niet.”
Sociaal karakter
We zijn in een aantal opleidingen gestapt omdat er bij een aantal hogescholen en universiteiten vraag was naar specifieke kennis over baggeren en andere maritieme industrieën. Daarnaast draait het om flexibiliteit. Je moet de juiste instelling hebben om in deze industrie te werken. Een 9-tot-5-mentaliteit is uit den boze. De mobiliteit en het sociale karakter vormende de grootste uitdagingen. Het is een harde stiel en het zijn lange dagen, waarbij amper tijd is voor sociale activiteiten. En dat maakt het onder meer moeilijk te combineren met het gezinsleven. Het aannemen van een expatopdracht staat of valt met de eventuele partner en het onderwijsaanbod voor de kinderen. Daar bevindt zich ook de link met ‘Vlamingen in de Wereld’, het partnervraagstuk en het streven naar meer mogelijkheden voor afstandsonderwijs.
Meer info: www.jandenul.com