Nie neute, nie pleuje: leven in de VS
The American dream. Het is niet voor niets een zegswijze die zich in zowat elke taal vertaalt. De vrijheid, maakbaarheid en gelijkheid van elke mens is een na te streven ideaal, dat ook Johan Desmet en Helene Thys lijkt te verbinden aan hun adoptieland. Johans parcours als extreem sporter, en enige Belg die ooit een Quintuple ultratriatlon liep, is daar een voorbeeld van. Het koppel woont tien jaar in Suwanee, Atlanta en maakte de oversteek om het familiebedrijf van Johans oudere broer te versterken. De keuze om België te verlaten en het afscheid van vrienden en familie, viel vooral Helene moeilijk. Johan hinderde het minder, “want ik ben niet honkvast en we hebben geen kinderen, dus met de fouten die we konden maken, zouden we enkel onszelf treffen.” Dat stemde de Gentenaar gerust. De emigratie zou niet zonder slag of stoot verlopen, maar na tien jaar is het koppel thuis aan de andere kant van de oceaan.
“Toen we emigreerden aan het einde van 2007, verhuisden we naar een land in recessie”, vertelt Johan. Zijn broers bedrijf slonk van een team van twaalf medewerkers naar een team van vier familieleden. Gelukkig zijn Johan en Helene opgetrokken uit optimisme en werd de heropbouw van het bedrijf, Flanders Scientific, als een opportuniteit gezien. De Desmet-clan speelt in op de nichemarkt van de verkoop van professionele tv-schermen en investeert in een uitstekende klantenservice waarbij ze het oude managementgerichte businessmodel aan de kant schuiven. Een berekende gok, waardoor ze in een industrieel landschap met concurrenten zoals Sony als frisse wind door de industrie waaien. Hoewel Flanders Scientific een Amerikaans bedrijf is, dat zich met tv- en filmstudio’s als klanten sterk op de Amerikaanse markt richt, verwijst de naam naar de Gentse roots van Johans familie. De leuze ‘nie neute, nie pleuje’ is niet enkel van toepassing op het leven, maar omschrijft ook hun zakelijke karakter. Efficiënt en hard werken zonder zeuren is de boodschap en dat doet het bedrijf opnieuw uitgroeien tot een onderneming met een veertienkoppig team.
Mentaliteitsverschil
Na de initiële hordes, voelt het koppel zich thuis en geïntegreerd in hun nieuwe omgeving. “We bekijken onze situatie nooit echt in termen van beter of slechter dan voordien. Het is gewoon anders, al voelt zakendoen in Amerika wel gemakkelijker aan.” Ook het aangename klimaat en de omringende natuur maken hun plekje in Atlanta perfect voor wat het koppel aan rust en levenskwaliteit zoekt.
Toch is het mentaliteitsverschil tussen Amerikanen en Europeanen merkbaar. “In Amerika is het hokjesdenken erg aanwezig. Of je bent conservatief, betaalt je taxes en leest de bijbel of je bent liberaal, een hippie die wat aanmoddert. In onze regio, de Bible Belt, leven voornamelijk Southern Baptists, die vooral lijken te prediken wat hen uitkomt. De sociale druk en het sociale leven draait er rond de kerk en de, veelal katholieke, scholen. Gelukkig kan je je eigen vrienden kiezen en omringen we ons met liberale mensen, die onze denkwijze grotendeels delen.”
In extremis
Johan en Helene kwamen aan in Amerika toen het land in een economische crisis verkeerde en uit een diepe put probeerde te klauteren. Tijdens die recessieperiode zocht Johan, toepasselijk bijgenaamd ‘Taz’, de Tasmaanse Duivel uit Gent, een uitlaatklep en vond ze in een 24/7 gym, waar je om het even wanneer en op om het even welk uur terechtkan. Wat begon met de zoektocht naar een tijdsbesteding, veranderde in een levenswijze. “Ik wilde altijd al een marathon lopen en dat was een goeie motivatie om verder te gaan.” Johan schreef zich in bij een plaatselijke loopclub, raakte er bevriend met een Jamaicaan die zich als zijn mentor opwierp en liep al snel zijn eerste marathon. “Daarin liep ik net iets sneller dan mijn vriend, waardoor er een gezonde competitie ontstond”, lacht Johan. Die eerste marathon leidde al snel naar de eerste sub-3 marathons, die men onder de drie uur loopt, en tot 50 en 100 mijl (of zo’n 80 en 160 km) races, waarna de loopmicrobe Johan tot bij triatlons voert. “In 2011 nam ik deel aan mijn eerste IronMan, waar zwemmen (3,86 km), fietsen (180,2 km) en lopen (42,195 km) samenkomen. In 2012 begon ik dan aan mijn eerste Double IronMan, waarna er twee Triple volgden en eind vorig jaar voltooide ik mijn eerste Quintuple race.” Er klinkt enige trots door in zijn stem wanneer hij dit zegt en ook de fiere uitdrukking op Helenes gezicht spreekt boekdelen. De Quintuple ultratriatlon of vijfvoudige IronMan telt een totale afstand van 703 mijl (of 1.131 km), die Johan uitliep op vier dagen en tien uren. Een tijd die hem de zilveren medaille opleverde in zijn categorie. Het goud ging naar David Jepson, een veertigjarige Amerikaan, die gedreven door de wil om te winnen, enkele uren voor Johan de eindmeet haalde. “Als ‘oude’ man van vijftig is dat een mooie verwezenlijking, de eerste verliezer zijn”, glimlacht Johan.
Altijd iets verder
“Je denkt bij triatlons steeds dat je nog wel iets verder kan. Heb je de Triple gelopen, dan is de Quintuple niet veraf. Maar de uithouding die je nodig hebt, bouw je langzaam op. Tijdens de training zat ik om half vier op de hometrainer, ging ik lopen tijdens de middagpauze en zwom ik twee tot drie keer per week. Ook ‘s nachts liep ik geregeld en om voldoende uren te halen sloot ik ’s morgens aan bij mijn loopgroep. Het gaat tijdens deze races om tijd.” De klok is de ergste rivaal van de ultratriatleet. De tijd tikt verder en doorzetten is het enige wat je kan redden. Het leven van een triatleet lijkt eenzaam, de ellenlange trainingen, de strikte regimes. Maar er schuilt een sterk sociaal element achter. Vrienden investeren ook in de droom: ze lopen een stuk mee tijdens trainingen, trekken naar de races om aan de zijlijn dat duwtje in de rug te bieden. “Ik vraag me vaak af of ik het ook zou doen als ik de enige mens op aarde was en het antwoord is nee. Het sociale aspect is cruciaal in het uithouden.”
De rode draad door dit gesprek is de wij-vorm. Johan en Helene zijn een team. Helene is een onmisbare component in Johans verwezenlijkingen als ultratriatleet. Ze is de kern van zijn entourage en houdt hem gezond. “Ik monitor zijn fysieke en mentale toestand en zorg dat hij voldoende eet en drinkt om op krachten te blijven”, vertelt Helene. “Je hebt iemand nodig die je kent. Helene weet wanneer er iets mis is”, voegt Johan toe. Gelukkig liep er, naast hallucinaties uit vermoeidheid, nog nooit echt iets fout. “Tijdens mijn eerste Double IronMan zag ik speculaasjes op een lijn liggen. ‘Wie heeft die daar zo gelegd?’, vroeg ik Helene”, lacht Johan. “En toen wist ik dat hij best even wandelde”, vult zijn vrouw aan. Hallucineren is vaste kost door het slaapgebrek. De hersenen nemen binnenwegen en vervormen wat je ziet, maar atleten leren hallucinaties herkennen en zetten door.
De kunst van het lijden
Vaak wordt het lijden centraal gezet in reportages over de sport, maar de rijkdom van de ervaring maakt het dat afzien waard. Een gangbare slagzin in het milieu is: you race with others to compete with yourself. “Ik leerde zo veel over mezelf, mijn lichaam en mijn geest. Er heerst een grote solidariteit tussen de deelnemers, zeker bij loopwedstrijden. Je wilt wel winnen, maar op de juiste manier. Een race is karakteropbouwend en daarom is leeftijd ook niet echt een belemmering. Het is een mentale sport en oudere atleten zijn weerbaarder.”
De eindmeet is dus nog niet in zicht, hoewel het koppel een rustpauze van een jaar inlast. De ‘racations’, vakanties opgebouwd rond races, maken plaats voor echte reizen. Na acht jaar trainen en racen, besteedt het koppel hun vrijgekomen tijd aan genieten van het leven met hun hond, Stella. “Ik heb geen angst mijn conditie te verliezen. De basis, de uithouding, is er. Ik weet dat ik het kan en nu richten we ons op voluit leven.” De toekomst houdt Johan en Helene in de VS en net als bij echte Amerikanen ligt een oude dag in Florida in het verschiet. Het beste moet nog komen. Maar als ik mag speculeren, dan lijkt het racen nog niet voorbij…
Addendum
“Ik wil toch nog eventjes zeggen dat Johan de enige Belg ooit is die de Quintuple heeft gelopen”, zegt Helene aan het einde van ons gesprek, “en dat mag zeker in het artikel.” Haar opmerking levert haar een warme knuffel en een stevige pakkerd op. Wat een voorbeeld.
Wil je meer te weten komen over emigreren naar de Verenigde Staten? VIW organiseert tweemaal per jaar een infodag over emigratie naar de VSA, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland. Heb je interesse? Stuur een mailtje naar info@viw.be
Tekst: Josine Buggenhout