Overslaan en naar de inhoud gaan
x
Sarah Neirinckx en Bart Cornille

Eeuwig dilemma: blijven of vertrekken

Vertrekken vonden ze makkelijker dan terugkeren. Sarah Neirinckx en Bart Cornille remigreerden drie jaar geleden, samen met hun twee tienerzonen. Het expatleven leek hen iets te nomadisch voor twee jongens in de puberteit en Vlaanderen zou hun veilige thuishaven worden. “Hoewel we er niet meer van overtuigd zijn dat dat de beste keuze was. De deur staat op een kier om terug te vertrekken, weliswaar wanneer de kinderen het huis uit zijn.”

Eens gewend aan het expatleven – drie jaar in de ene hoofdstad, vier jaar in de andere uithoek van de wereld – blijkt het moeilijk de ontdekkingsmicrobe af te schudden. Het evolueert tot een onstilbare honger naar nieuwe ervaringen en culturele verrijking. Een nieuwe omgeving verkennen en uitstappen plannen zijn dagelijkse kost, maar eens terug in eigen land blijft er bij de internationale avonturier een leegte achter. De vertrouwde omgeving blijkt plots niet meer zo vertrouwd, want je bent zelf veranderd en ook bij familie en vrienden heeft het leven niet stilgestaan.

Terwijl gewenning aan een nieuw land ingecalculeerd was, blijkt de cultuurschok bij terugkeer eerder een onverwachte kaakslag die een gevestigde waarde als ‘thuis’ in vraag doet stellen. Bart en Sarah kunnen hierover meespreken. Zij keerden eerder al, na vier jaar in Kenia en drie jaar in Vietnam, terug naar België. Dat verblijf was van korte duur. Al snel zaten ze weer in Zambia, om een paar jaar later een tweede, dit keer mentaal beter voorbereide terugkeerpoging te wagen.

Waarom maakten jullie opnieuw deze belangrijke stap terug?

Bart: Vooreerst deden we het voor de kinderen: om hen stabiliteit te geven in plaats van de ietwat nomadische levensstijl die we jarenlang aanhielden. Hoewel we nog niet zeker zijn dat terugkeren voor hen de beste optie was.  Onze jongens zien er volledig Belgisch uit, maar ze zijn tweetalig – Nederlands en Engels –  opgevoed en spreken een woordje Swahili en Vietnamees. Toen we in Afrika woonden, waren ze ervan overtuigd dat ze Afrikaan waren en in Vietnam voelden ze zich Vietnamees. De Vlaamse schoolomgeving verwacht wel dat ze gewoon meedraaien in het onderwijs. Dat gaat niet zomaar en vraagt van hen een sterk aanpassingsvermogen.

Sarah: Op een internationale school weten de leerkrachten hoe ze om kunnen gaan met al die internationale bagage. In Vlaamse scholen missen we die fijngevoeligheid, maar Orin en Dante krijgen nu wel de kans om de Vlaamse cultuur te ontdekken. Daarnaast was het carrièregewijs voor mij als meereizende partner interessant om wat stabiliteit te vinden in Vlaanderen. Ik volgde Bart graag in zijn opdrachten, zowel naar Afrika als naar Azië, en deed zelf ter plaatse vrijwilligerswerk. Maar mijn cv leek intussen een mengelmoes van allerlei projecten zonder rode draad. Hoewel ik heel verrijkende ervaringen opdeed in het buitenland, ondervind ik met mijn atypisch cv problemen op de Belgische arbeidsmarkt.

Emigreren naar je eigen land wordt vaak onderschat, ook voor jullie bleek terugkeren moeilijker dan vertrekken?

Bart: Terug in België zijn valt ons inderdaad zwaar. Vertrekken daarentegen was helemaal niet moeilijk. We waren wat jonger en flexibel, met twee baby’s op het sleeptouw vertrokken we naar Afrika. Dat avontuur maakte deel uit van een droom die zowel Sarah als ik koesterden.

Sarah: Klopt, we leerden elkaar kennen in Tanzania en wilden heel graag samen in het buitenland wonen. Afrika was voor mij een logische keuze omdat ik een diploma in Afrikaanse talen had en ik in Kenia mijn Swahili kon onderhouden. Bart had dan weer ervaring in ecotoerisme in Tanzania.

Bart: Dat project is vastgelopen op een financieringsprobleem, maar het was wel een heel leerrijke ervaring die me hielp om bij VVOB te starten. Als leerkracht geschiedenis met buitenlandervaring paste mijn profiel mooi binnen de organisatie. Wij voelden ons goed in het buitenland, zowel in Afrika als Azië, maar de eerste twee jaar terug in België had ik het moeilijk. Ik voelde dat ik erg veranderd was, iets wat mijn directe omgeving in Vlaanderen moeilijk kon vatten.

Sarah: En ook hier is veel veranderd. Je komt naar ‘huis’, maar je voelt je aanvankelijk niet thuis. Dan concludeer je dat het thuisgevoel sterker was in het buitenland. Dat is bizar. Ons hoofd zit vol met ervaringen en verhalen van verschillende landen, die we hier moeilijk kunnen delen. Vrienden luisteren een eerste keer geïntrigeerd naar je avonturen, maar daarna raakt je verhaal afgezaagd, hoewel je zelf nog wel de behoefte voelt om erover te praten.

Hoe overwonnen jullie die omgekeerde cultuurschok?

Sarah: We trokken er regelmatig op uit, net zoals we in het buitenland deden: een weekendje op verkenning gaan. Ik vond het geweldig om die lange donkere winter te doorbreken met langlaufen, dat was mijn lichtpuntje. Het kan ook deugd doen om je ervaringen te delen met mensen die in een gelijkaardige situatie zitten. Als coach bij mijn eigen onderneming Bloom begeleid ik zelf expats zowel voor als na hun vertrek, dat geeft hen de extra voorbereiding en ondersteuning waarvan we zelf het belang hebben ervaren.

Bart: Expats hebben vaak het voordeel dat ze een netwerk met andere expats hebben, soms ook wanneer ze terugkeren naar België. In de ontwikkelingssamenwerking bestaat niet echt zo’n netwerk. We probeerden er het beste van te maken, ons land te herontdekken. Het probleem daarbij was dat alles heel duur leek. In Kenia gingen we een weekend op safari aan lokale prijzen, hier hoest je voor een uitstapje naar Parijs al aardig wat geld op.

Jullie kwamen eerder al voor een jaar terug naar België. Hoe was die ervaring en waarom lijkt jullie terugkeer dit keer beter te slagen?

Sarah: Klopt, we kwamen toen terug omwille van gezondheidsproblemen van één van onze ouders. We kochten een eigen huis en dat voelde heel goed, maar naarmate de winter vorderde, verlangden we steeds meer naar de zon. Dit keer kwamen we terug voor de opleiding van onze zonen. Ondertussen had ik me verdiept in third culture en expat coaching. Zowel het praktische als het emotionele aspect van verhuizen kenden we al. Wanneer je naar het buitenland trekt, doe je meestal research vooraf en bereid je je terdege voor. Maar wanneer je terug naar ‘huis’ komt, doe je dat niet zo makkelijk. Je verwacht dat je naar iets bekend terugkeert. Echter het land, de cultuur, je familie, je vrienden … alles is veranderd. Iedereen gaat zo’n transitieproces op zijn eigen tempo door. Het is een onderwerp dat me heel nauw aan het hart ligt en ik schrijf hierover een blog op mijn website Bloom.

Eender naar welk land je verhuist, heimwee heeft iedereen weleens. Hebben jullie een remedie?

Sarah: Heimwee is oké. Afscheid nemen is ook heel belangrijk en helpt het verwerkingsproces. Je kan niet alles meenemen en de kinderen laten vriendjes achter. Sociale media helpen natuurlijk wel om contact te houden en telkens je iets achterlaat, komt er ook iets nieuws in de plaats. We concentreerden ons vooral op onze nieuwe omgeving, minder op het land dat we achterlieten. Ook al blijkt dat nu heel moeilijk.

Bart: Toen we terugkwamen ondervonden we aan den lijve dat begeleiding echt belangrijk is. Niet alleen voor de kinderen, ook voor ons was dat noodzakelijk. We worden heel erg geconfronteerd met ‘wegwee’, op de ene dag ben ik blij hier te zijn, op de andere zou ik liever weer vertrekken. Het lijkt bijna een ziekte. Sommige Vlamingen kopen een huis voor de rest van hun leven. Wij  kochten ook een huis, maar als we morgen weer zouden vertrekken, geen probleem voor mij.

Sarah: We missen de internationale omgeving heel erg. We kozen er bewust voor om in een multiculturele stad als Antwerpen te wonen, maar het verschilt toch van een buitenlandse setting. We vinden het enorm verrijkend om contact te leggen met mensen met verschillende nationaliteiten en die opportuniteit missen we hier.

Bart: Kom, we zijn weg, als ik je zo hoor praten vraag ik me af wat we hier nog in België doen. (lacht)